Brein kleurt waarnemingen met opgeslagen herinneringen

Nieuwe waarnemingen ontvangen in ons brein een ‘kleuring’ door ons geheugen. Tot op heden dacht men dat de mens verse visuele indrukken in een ander deel van het brein verwerkt dan waar eerdere waarnemingen in het geheugen zijn opgeslagen. Neurobiologe Maartje C. de Jong en haar collega’s ontdekten dat het niet zo is: het gebeurt op dezelfde plek. Zij promoveert 7 oktober aan de Universiteit Utrecht, met financiering onder meer uit de Vernieuwingsimpuls.

Het beste voorbeeld om zelf te testen waarover dit onderzoek gaat is het bekijken van een zogenoemde ‘ambigue’ tekening: een prent waarin twee verschillende afbeeldingen tegelijk zitten. De kunstenaar M.C. Escher was er een meester in, maar ook de bekende dubbelzinnige tekening waarin zowel een oude als jonge vrouw verborgen zit is een goed voorbeeld. Of nog een mooiere: de tekening van Sigmund Freud (‘What’s on a man’s mind?’) waarin subtiel een wulpse vrouw is verwerkt. Zo’n afbeelding is op twee manieren waar te nemen – en of we de jonge dan wel de oude vrouw zien, of eerder het voorhoofd van Freud dan de ontklede dame, hangt af van processen in ons brein.

Hoe we zo’n ambigue afbeelding waarnemen hangt niet alleen af van de afbeelding zelf (de externe informatie), maar ook van de data die zich al in ons brein bevinden (de interne informatie). Zo bevatten onze hersenen een geheugen van eerdere observaties. Nieuwe waarnemingen worden mede bepaald door dit interne geheugen, zonder dat we daar zelf invloed op kunnen uitoefenen. Tot op heden werd aangenomen dat andere delen van het brein zich ontfermen over interne informatie dan over externe informatie. Uit het onderzoek van De Jong blijkt dat dit niet zo is.

Zelfde sensorische hersengebieden

Maartje C. de Jong: ‘Externe en interne informatie, dus nieuwe indrukken én ons geheugen, zijn in ons brein onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat heeft onmiskenbaar invloed op onze perceptie: wat wij zien kan geen exacte weergave van de wereld om ons heen zijn. “Je kijkt met je ogen, maar ziet met je brein,” zegt men wel en dat blijkt waar. De werkelijkheid is een interpretatie van het brein, die per persoon verschilt, omdat in elk van onze hoofden andere herinneringen aanwezig zijn.’

Met functional magnetic resonance imaging (fMRI), elektro-encephalografie (EEG), zowel op de schedel gemeten als direct op de hersenen (in de schedel), en psychofysica (onderzoekstechniek naar stimulus en waarneming) verrichtte De Jong metingen van hersenactiviteit. Onderwijl keken proefpersonen naar zo’n ambigue afbeelding. Door verschillende meettechnieken te gebruiken kon zowel de plek in de hersenen als het tijdsbeloop van de activiteit nauwkeurig in beeld worden gebracht. Die intracraniële EEG (ín de schedel) leverde heel bijzondere metingen op, omdat er nu eenmaal weinig personen zijn die electroden in hun hoofd dragen geïmplanteerd hebben gekregen: het ging hierbij om epilepsiepatiënten.

De Jong ontdekte dat het brein externe én interne informatie in sensorische hersengebieden opslaat en verwerkt waarvan voorheen werd aangenomen dat ze zich voornamelijk met externe informatie bezighouden.

Meer informatie

Maartje C. de Jong (1981) verrichtte haar promotieproject aan de Universiteit Utrecht, als onderdeel van NWO-financiering voor prof. dr. Frans (F.A.J.) Verstraten, Veni-financiering voor dr. Jan (J.W.) Brascamp en Vici-financiering voor prof. dr. Chris (H.C.) Dijkerman.

Maartje C. de Jong won in 2010 de wedstrijd van de AAAS Dance your PhD in de categorie Biologie.